Z

zaaien, zaalhockeyen, zabbelen, zabberen, zadelen, zakken, zaligen, zalven, zamelen, zanden, zandstralen, zandsurfen, zappen, zegelen, zegenen, zegepralen, zegevieren, zeggen, zeiken, zeilen, zekeren, zemelen, zemen, zenden, zenderhoppen, zepen, zerofillen, zetelen, zetten, zeuren, zeven, zichten, zieden, zieken, ziekmelden, zieltogen, zien, zigzaggen, zijgen, zijn, zijpelen, zinderen, zingen, zinken, zinnen, zinspelen, zippen, zitten, zoekbrengen, zoeken, zoekmaken, zoemen, zoenen, zoeten, zoetvijlen, zoeven, zogen, zolderen, zomen, zomeren, zondigen, zonnebaden, zonnen, zoomen, zorgen, zuchten, zuidelijken, zuigen, zuipen, zuiveren, zullen, zwaaien, zwabberen, zwachtelen, zwalken, zwalpen, zwaluwstaarten, zwammen, zwanzen, zwartepieten, zwartmaken, zwartrijden, zwatelen, zwavelen, zweefvliegen, zwelen, zwelgen, zwellen, zwemen, zwemmen, zwendelen, zwenken, zwepen, zweren, zwermen, zwerven, zweten, zwetsen, zweven, zwichten, zwiepen, zwijgen, zwijmelen, zwijmen, zwijnen, zwingelen, zwoegen